Leergang pedagogisch/didactisch coachen (leren van binnenuit): Guido vertelt

Aan het woord: Guido van Rijswijk, leerkracht 5e Montessori Watergraafsmeer
Datum interview 7 juli 2022

De 5e Montessori Watergraafsmeer is een grote basisschool met ongeveer 650 leerlingen en vijftig meesters en juffen, waaronder Guido. Op zijn negentiende wist hij al dat hij graag het onderwijs in wilde, maar wachtte daar een tijdje mee om eerst nog andere ervaringen op te doen. Toen al was hij bezig met zijn carrière – ééntje waarbij een leven lang leren en ontwikkelen centraal zou staan. Ook de training die hij recent volgde, past daar heel goed in. Guido vertelt.

Ik had net mijn vwo-diploma op zak en bedacht me toen al dat je na tien jaar mogelijk uitgekeken op het vak zou kunnen zijn. Dat wilde ik voor zijn. Dus deed ik eerst wat anders. Economie. Dat werd niets. Ik volgde mijn passie sport – wat ik in mijn jeugd op hoog niveau beoefende – en ging bewegingswetenschappen studeren. Mijn droom was om ooit voor het voetbalteam van Liverpool te gaan werken. Ik studeerde vervolgens fysiotherapie en ging aan de slag bij sportverenigingen. Daar begeleidde ik de conditietests. Op een moment had ik zelfs een gespecialiseerd eigen bedrijfje daarin. Ik leerde de voetbalwereld van dichtbij kennen. Vervolgens bleek dat niet mijn wereld te zijn. Ik vond het er helemaal niet leuk!

Zijinstroom

Op dat moment kwam het onderwijs weer in beeld en toen ging het hard! Ik ging de opleiding ‘zij-instromer in beroep’ volgen. Ik ging ook meteen voor de klas staan – dat was bij de Amsterdamse Montessori School. Ik was er al overblijfkracht tijdens mijn studie aan de VU. Even denken. Dat was in 2003. Ik zat in een groep met 90 zijinstromers. Iedereen koos voor het reguliere basisonderwijs, dus vond ik het een uitdaging om als enige de Montessori-kant op te gaan. In die tijd was er nog een volledige Montessori opleiding. Nu moet je na de Pabo nog een extra certificaat halen daarvoor. Ik was toen 33 en dat was behoorlijk aanpoten. Ik moest eraan wennen om ook met ouders van doen te hebben. Wat mij geweldig hielp is de coaching en feedback van een goede vriendin. Zij kwam geregeld bij mij in de les observeren. Dat gaf me veel handvaten om een goede leerkracht te worden.

Amsterdamse Montessori

Ik zag toen ik er net startte een aantal collega’s om mij heen die al lang in het vak zaten. Sommigen hadden niet meer de drive voor het vak die zij aan het begin van hun loopbaan wel hadden. Ik besloot de eerste tien jaar alles op alles te zetten om de allerbeste leerkracht te worden. Zonder gezeur. Na die periode van tien jaar ben ik jaarlijks gaan bekijken of er nog genoeg uitdaging voor me was in het onderwijs, genoeg mogelijkheden om me verder te ontwikkelen. Ik was op een moment zo ervaren dat veel leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte bij mij werden geplaatst. Dat is eerst een mooie uitdaging, maar ook dat wordt uiteindelijk een routine. Dat was voor mij het moment om serieus over iets anders na te gaan denken.

Lerarenbeurs

Vijf jaar geleden, in mijn laatste jaar op de Amsterdamse Montessori, kreeg ik een LOF-beurs. Deze had ik aangevraagd om onderzoek te doen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar het effect van bewegen op cognitieve vaardigheden, concentratie en leerprestaties van kinderen. De vraag voor mij was echter: Wanneer wil een kind zelf bewegen? De middelen uit de lerarenbeurs werden gebruikt om deels mijn vervanging te regelen. De rol van verbinder tussen wetenschap en werkvloer leek mij ideaal. Na mijn werk voor de Amsterdamse Montessori – waar ik met veel plezier gewerkt heb – ging ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Die vond ik in Zeeburg. De oude Valentijnschool zou daar een doorstart gaan maken onder de nieuwe naam Nautilus. Dat leek me een interessante opdracht. De leerlingen deden daar veel te veel op tablets naar mijn smaak. Ik ging er op Montessoriaanse wijze orde op zaken stellen. Maar er veranderde niets wezenlijks aan mijn plannen voor verdere ontwikkeling. Op ervaring draaide ik mijn lessen af. Ik ging op zoek naar een nieuwe uitdaging en die vond ik op de 5e Mont. Directeur Pim bood mij het coachingstraject aan dat ik recent afrondde.

Leergang

Ik ging deels voor de klas staan en het andere deel ging ik collega’s coachen. Ik kreeg zelf een coach, en dat had een zeer belangrijke meerwaarde voor me. Ik leerde gericht vragen stellen. Doelen formuleren samen met collega’s. Naast methodieken breng je natuurlijk ook jezelf mee. Mijn coach gaf me mee dat ik collega’s echt iets te bieden had – al voelde ik me soms een tweedehands autoverkoper. Hadden mijn collega’s wel iets aan de handreikingen die ik ze bood? Ik wil er daadwerkelijk voor ze zijn. Als je dit goed doet, hebben de collega’s de kinderen ook veel meer te bieden. Creativiteit, een rijk aanbod in de lessen, het draagt allemaal bij aan het werkplezier, maar ook aan de kwaliteit van het onderwijs. Daar geloof ik in!

Pluspunten van de leergang

Het aanbod, de hele leergang was van erge goede kwaliteit. Het was al met al een bijzonder intensief traject, maar ik leerde enorm veel. De ontwikkelingsgesprekken vond ik erg interessant. Veel stof kon ik direct hier op school toepassen. Ik kreeg ook handvaten om leraren nog beter te begeleiden. Maar boven alles leerde ik om trots te zijn op de kennis die ik de afgelopen jaren vergaarde. Er vooral ook trots op te zijn om die te mogen delen. Als school hebben wij de plicht om onze mensen goed op te leiden. Leerlingen zijn geen eenheidsworst. Leraren zijn dat evenmin. Op onze school willen we die worsten niet. Het is van belang dat je het eigene van jouzelf veilig mee kunt nemen in de lessen, of je nu leraar bent of leerling. Onze directeur Pim ziet dat en onderstreept deze visie. Als bestuur, als school moet je je team zo goed mogelijk faciliteren. Anders vertrekken er mensen – en dat kunnen we ons in het huidige tijdsgewricht niet veroorloven!